17 sep, 2005 Parallellen op Papendal
De wereld van de sport en die van de kunsten vertonen interessante overeenkomsten. Ze tellen beide miljoenen gepassioneerde beoefenaars die onze samenleving vorm geven, ontwikkelen en in conditie houden.
De voorzitter van NOC*NSF Erica Terpstra was in 2004 gastspreekster op de ledenvergadering van de Rabobank Arnhem en Omstreken. Ze hield op de haar bekende superenthousiaste wijze een warm betoog over de naderende Olympische Spelen. En passant complimenteerde ze de gehele Rabo-organisatie royaal voor de brede steun aan zowel de topsport als aan de vele plaatselijke verenigingen.
Op 14 september jl. mocht ik op mijn bescheiden beurt als gastspreker optreden voor de bestuurders van de 70 bij NOC*NSF aangesloten sportbonden. Aanleiding was de implementatie van de aanbevelingen voor Goed Sportbestuur. De eerste aanbeveling bepleit eenheid van beleid, organisatie en structuur en dat is voor veel bonden met vaak honderduizenden leden en sterke regio’s of districten nog een hele opgave. Zo’n ‘gelaagde democratie’ kent ook de coöperatieve Rabobank met zijn 250 lokale banken en 1,5 mln. leden. Als bestuursvoorzitter van de Rabobank Arnhem en Omstreken mocht ik de ervaring met en dilemma’s rond good governance en besluitvorming binnen de bank toelichten.
Terug naar de parallellen tussen sport en kunst. De uitnodiging voor de presentatie op Papendal heb ik met beide handen aangegrepen omdat MeerWaarde Management en Advies in juli 2005 is gevraagd het proces te begeleiden om te komen tot een nieuwe structuur voor de ondersteuning van de amateurkunsten in Nederland. Met zijn zes miljoen beoefenaars, 20.000 verenigingen, 340.000 activiteiten en 35 miljoen bezoekers per jaar een factor van belang in onze samenleving. De sportwereld telt naar ik meen zo’n kleine vier miljoen beoefenaars en 30.000 verenigingen.
Het boeiende van NOC*NSF is dat daarin zowel de breedtesport als de topsport is gebundeld. De wereld van de kunst is nog zeer gefragmenteerd. Boeiende parallellen zijn de enorme diversiteit van kruisboogschutters, roeiers, dammers tot handballers in de sport, naast de volksdansers, doedelzakspelers, dichters en schilders in de kunst. Dat vraagt in beide werelden een zorgvuldige balans tussen algemene en specifieke belangen. En voor zowel kunst als sport is de samenhang van belang tussen amateurs en professionals. Enfin, een boeiende opdracht om aan te mogen werken.