Kunstfactor een feit

Kunstfactor een feit

“Iedere Nederlander zou tenminste één kunstdiscipline moeten leren beheersen”, aldus Maria van der Hoeven gisteren bij de opening van Kunstfactor, het nieuwe sectorinstituut voor de amateurkunst.

 

De Minister (!) van Cultuur kwam al tien dagen na de fusie naar Utrecht om de Stichting Kunstfactor officieel te openen; dat tekent het belang dat het ministerie van OCW en zij persoonlijk hechten aan de tot standkoming van dit instituut. Als fusiebegeleider was ook ik vanaf het begin geboeid door de kans om met het bundelen van de landelijke ondersteuningsinstellingen voor dans, theater, muziek, beeldende kunsten en schrijven de gehele amateurkunst in Nederland sterker op de kaart te krijgen. Dankzij het Manifest dat in oktober aan de Tweede Kamer is aangeboden erkennen nu vrijwel alle politieke partijen de waarde van het feit dat zes miljoen mensen in Nederland actief een kunstvorm beoefenen; dat is van betekenis voor zowel de persoonlijke ontwikkeling als voor een vitale samenleving. Kunst vervult hierbij zeker zo’n belangrijke rol als sport.

 

Wilbert van Herwijnen nam als waarnemend voorzitter van Kunstfactor de uitdaging aan om met Kunstfactor voor de breedtecultuur op den duur net zo’n rol te gaan vervullen als NOC*NSF speelt voor de breedtesport. In reactie op een Kamermotie legt Maria van der Hoeven met haar brief “Een brede basis voor cultuur” de basis voor een actieplan ter stimulering van jeugd- en amateurkunst. Ze ziet Kunstfactor daarbij als het eerste aanspreekpunt om deze ambitie te realiseren en haar (opvolger) te voeden. Op www.kunstfactor.nl zal daartoe een electronische ideeënbus worden geopend.