Dertig maal is scheepsrecht

Dertig maal is scheepsrecht

De laatste dag van de laatste editie van North Sea Jazz in Den Haag zwierf ik nog éénmaal door de festivalzalen van het Congresgebouw. Van de dertig heb ik er zes bezocht. Voor het eerst trad er ‘familie’ op.

 

Pianisten zijn bij mij geliefd. Van Oscar Peterson ving ik ditmaal slechts een glimp op; zijn concert van tien jaar terug had al een onvergetelijke indruk op mij gemaakt. Pianist Randal Corsen bracht met zijn kwartet heerlijke met Antiliaanse rimtes doorspekte muziek. De eveneens uit het Caraibisch gebied afkomstige Michel Camillo was in zijn element in een virtuoos soloprogramma. Pianist Kenny Werner wist ritmes en tempi extreem snel te wisselen. Van zijn trio werd drummer Ari Hoenig de favoriet van het publiek met zijn verrassend gevariëerde spel, begeleid door een waanzinnige mimiek.

 

En dan de slagwerker voor wie ik ditmaal speciaal gekomen was, mijn zwager Antoon Aukes, auteur van het boek Second Line, 100 Years New Orleans Drumming. Hij vormt de back-bone van een van de gezelschappen waarmee hij zijn favoriete muziek kan brengen, de Panhandle Swing. Ook Candy Dulfer had met Sheila E. een zeer bijzondere slagwerkster aan haar zijde: de dames lieten met andere maten uit de band van Prince een volle Statenhal swingen. Vibrafonist Mathias Lupri maakte indruk met een fantasierijke eigen stijl. Het klassieke Calafax Rietkwintet tenslotte speelde met het Tony Overwater Trio suites van good old Duke Ellington. Voortaan Ahoy ……, ach je moet er eerst een keer geweest zijn.